Vertalingen lekken NL>DE
lekken
werkw.
Uitspraak: | [ˈlɛkkə(n)] |
Verbuigingen: | lekte (verl.tijd ) |
1) een lek (1) hebben -
lecken , durchsickern , tropfen Verbuigingen: | heeft gelekt (volt.deelw.) |
een lekkende kraan - ein tropfender Wasserhahn |
2) door een onbedoeld gat gaan -
lecken , durchsickern Verbuigingen: | is gelekt (volt.deelw.) |
Er lekt water naar binnen. - Es dringt Wasser ein, es tropft Wasser herein. |
3) (door iemand in een organisatie) onbevoegd en voortijdig interne informatie naar buiten bekendmaken -
durchsickern Verbuigingen: | heeft gelekt (volt.deelw.) |
Het rapport was al voor de presentatie gelekt naar de pers. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
lekken (ww.) | auslecken (ww.) ; lecken (ww.) ; leerlaufen (ww.) |
het lekken | die á–ffnung ; das Leck ; das Loch ; die Punktion ; die undichte Stelle ; die Undichtigkeit |
lekken | undicht sein |
Bronnen: interglot; Diving dictionary
Voorbeeldzinnen met `lekken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: doorsijpelenNL: leeglopenNL: lekNL: lek zijnUitdrukkingen en gezegdes
NL: (op zolder) lekt het
DE: tropft es, sickert es durch DE: (likken) lecken DE: (vlammen, ook) züngeln